Verlaging box 3-vermogen door inbreng in OFGR

Verlaging box 3-vermogen door inbreng in OFGR

Gegevens

Nummer
2024/503
Publicatiedatum
3 mei 2024
Auteur
Redactie
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2024:2727
Rubriek
Uitspraak

Twee echtgenoten kunnen al een fonds voor gemene rekening oprichten om daarin hun spaargeld in te brengen en zo hun box 3-vermogen te verlagen.


Twee onder huwelijkse voorwaarden gehuwde echtgenoten hebben ieder een spaarrekening op eigen naam geopend en daar een bedrag op gestort. Deze gestorte bedragen zijn afkomstig van een rekening die op naam staat van beide echtgenoten. Op 1 december 2021 gaan de echtgenoten een overeenkomst inzake een open fonds voor gemene rekening (OFGR) aan. Het doel van deze OFGR is het voor gezamenlijke rekening beleggen van vermogen. De toegelaten beleggingscategorieën zijn deposito’s en spaarrekeningen bij banken. Het fonds maakt geen gebruik van vreemd vermogen. Beide echtgenoten hebben de spaarrekening op eigen naam ingebracht in het fonds. Zij krijgen beiden 998 participaties, maar de man is ook bewaarder/beheerder. De bewaarder/beheerder kan zonder toestemming van de zittende participanten participaties plaatsen bij derden. Dat kan tegen een koers die overeenkomt met de waarde van het fondsvermogen gedeeld door het aantal uitstaande participaties. Iedere participant is gerechtigd om zijn bewijzen van deelgerechtigdheid over te dragen.

Aanwezigheid van fondsvermogen Tussen de man en de Belastingdienst ontstaat een geschil over de vraag of de participaties in het OFGR in box 3 vallen of niet. Het geschil belandt voor rechtbank Zeeland-West-Brabant. Volgens de rechtbank staat het feit dat de man de bewaarder van het fond de vorming van het OFGR niet in de weg. Volgens de contractuele bepalingen van de overeenkomst gaan de baten van de ingebrachte rekeningen het fonds aan. De participanten zijn gerechtigd tot de baten en lasten van het fonds naar rato van hun participaties. Strikt genomen is de echtgenote nog beschikkingsbevoegd ten aanzien van de bank met betrekking tot haar bankrekening. Maar de vrouw heeft zich contractueel verplicht haar bevoegdheid niet te benutten. De rechtbank oordeelt dat door deze bepalingen sprake is van een fondsvermogen.

Voordelen uit open fonds De inspecteur heeft verder erkend dat vorming van het fonds kan leiden tot besparing van belastingheffing ten aanzien van de ingebrachte vermogensbestanddelen. Het voornemen tot het behalen van zulke voordelen staat volgens de rechtbank het voldoen aan de definitie van een OFGR niet in de weg. Het behalen van voordeel door gemeenschappelijk beleggen kan namelijk ook (deels) gelegen zijn in een gunstigere fiscale behandeling. Ook dat leidt immers tot een hoger netto beleggingsresultaat. De inspecteur betoogt dat een aanwending van een fonds zoals in dit geval niet is voorzien bij de invoering van de Wet inkomstenbelasting 2001. Dat kan juist zijn, maar dat doet niet af aan de fiscale behandeling die de man bepleit, aldus de rechtbank.

Voldaan aan overige voorwaarden OFGR Bovendien is voldaan aan de andere voorwaarden voor de aanwezigheid van een OFGR. Er is namelijk sprake van beleggen voor gemene rekening. Doordat de participaties zijn over te dragen zonder dat daarvoor toestemming nodig is, is het fonds ook open. Nu sprake is van een OFGR, maken de saldi op de ingebrachte bankrekeningen geen deel meer uit van het box 3-vermogen van het echtpaar.

Let op, per 1 januari 2025 wijzigen de voorwaarden voor de zelfstandige belastingplicht van het fonds voor gemene rekening. Dit kan leiden tot een fiscale afrekening!

Bron: Rb. Zeeland-West-Brabant 25-04-2024 (gepubl. 01-05-2024), (ECLI:NL:RBZWB:2024:2727)
Wet: art. 2 en art. 6a Wet Vpb 1969
Practice note: Vermogen in de bv, een OFGR of in box 3?, Box 3, vermogensrendementheffing